ECLI:NL:CRVB:2009:BK4213
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Weigering studiefinanciering voor nieuwe opleiding op basis van strikte toepassing van de Wet studiefinanciering 2000
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin de weigering van de IB-Groep om studiefinanciering toe te kennen voor een nieuwe MBO-opleiding werd bevestigd. Appellante had eerder studiefinanciering ontvangen voor een MBO-opleiding op niveau 2, maar na afronding daarvan verzocht zij om studiefinanciering voor een nieuwe opleiding op niveau 4. De IB-Groep weigerde dit op basis van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000), met name verwijzend naar artikel 2.3, leden 3 en 4, en handhaafde deze beslissing na bezwaar. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep.
Appellante stelde dat de strikte toepassing van de wet onaanvaardbare gevolgen voor haar had, aangezien zij zich tijdig had aangemeld voor de nieuwe opleiding, maar het wijzigingsformulier pas later had ingediend. De Centrale Raad van Beroep bevestigde echter het oordeel van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de dwingendrechtelijke bepalingen van de Wsf 2000 niet in haar voordeel konden worden toegepast, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering rechtvaardigden. De Raad benadrukte dat appellante zelf verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van haar aanvraag en dat de gevolgen van de strikte toepassing van de wet niet voldoende reden waren om van de wettelijke regels af te wijken.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met G. van der Wiel als voorzitter. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees een proceskostenveroordeling af. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 20 november 2009.