ECLI:NL:CRVB:2009:BK3938
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. S.N. Ketting, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 1 september 2008 een uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Centrale Raad van Beroep heeft op 29 oktober 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, onder nummer 09/1221 BESLU. De Raad heeft vastgesteld dat het hoger beroep is ingetrokken omdat partijen overeenstemming hebben bereikt over een schadevergoeding van € 1.000,– wegens overschrijding van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De Raad heeft in zijn uitspraak aangegeven dat er geen veroordeling in de proceskosten zal plaatsvinden. Dit is gebaseerd op het feit dat er geen proceshandelingen zijn verricht die voor vergoeding in aanmerking komen op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De Raad heeft de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door mr. E.J. Daalder, als partij in deze procedure aangemerkt.
De uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van griffier W. Altenaar. De beslissing is openbaar uitgesproken op 29 oktober 2009. De Raad heeft de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en de Beroepswet in overweging genomen, en heeft het verzoek tot veroordeling in de proceskosten afgewezen.