ECLI:NL:CRVB:2009:BK3880

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
5 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-3364 AOR
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van vergoeding voor medische kosten in het kader van de Algemene Oorlogsongevallenregeling

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 november 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling om de kosten van acupunctuur, fysiotherapie, een haarprothese, behandelingen bij Arthro-kinematika & I.P.C. en het medicijn metamucil te vergoeden voor appellant. Appellant, die in 1929 in het voormalige Nederlands-Indië is geboren, heeft in december 2007 een aanvraag ingediend voor vergoeding van deze kosten, welke aanvraag op 16 januari 2008 werd afgewezen. Deze afwijzing werd later bevestigd in een besluit van 27 mei 2008, waartegen appellant in beroep ging.

Tijdens de zitting op 24 september 2009 is appellant niet verschenen, maar verweerster werd vertegenwoordigd door mr. L.H.G. Belleflamme en mr. R.M.L.J. Gielen. De Raad heeft de medische gegevens van appellant onderzocht, waaronder rapporten van eerdere aanvragen in het kader van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers. De Raad concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren om te twijfelen aan de afwijzing van verweerster. De klachten van appellant, waaronder voet-, rug- en knieklachten, alsook kaalheid, werden niet in verband gebracht met zijn oorlogservaringen. Evenzo werden zijn darmklachten, voortkomend uit een spastische dikke darm, als constitutioneel beschouwd.

De Raad heeft vastgesteld dat appellant geen medische gegevens heeft ingediend die zijn standpunt ondersteunen. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard en werd er geen aanleiding gezien om proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende medische onderbouwing bij aanvragen voor vergoedingen in het kader van de Algemene Oorlogsongevallenregeling.

Uitspraak

08/3364 AOR
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
en
de Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling (hierna: verweerster)
Datum uitspraak: 5 november 2009
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft beroep ingesteld tegen een door verweerster onder dagtekening 27 mei 2008, kenmerk 4053/CAOR, ten aanzien van hem genomen besluit ter uitvoering van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR), hierna: bestreden besluit.
Verweerster heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 september 2009. Appellant is niet verschenen, zoals tevoren was gemeld. Verweerster heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L.H.G. Belleflamme en mr. R.M.L.J. Gielen, werkzaam bij de Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Ten aanzien van appellant, geboren in 1929 in het voormalige Nederlands-Indië, is bij besluit van verweerster van 24 augustus 2006 aanvaard dat hij psychische klachten heeft als gevolg van internering tijdens de zogenoemde Bersiap-periode, welke als oorlogsletsel in de zin van de AOR moeten worden aangemerkt. Hierbij is aan hem vanaf
1 maart 2006 vrije geneeskundige behandeling ter zake van dit oorlogsletsel toegekend, voor zover de kosten niet of niet volledig door de ziektekostenverzekeraar worden vergoed.
1.2. In december 2007 heeft appellant een aanvraag ingediend voor vergoeding van de kosten van acupunctuur, fysiotherapie, een haarprothese, behandelingen bij Arthro-kinematika & I.P.C. en het medicijn metamucil. Hierop is afwijzend beslist bij besluit van 16 januari 2008, na bezwaar gehandhaafd bij het bestreden besluit.
2. In beroep heeft appellant zijn in bezwaar ingenomen standpunt herhaald dat ook zijn fysieke klachten gerelateerd zijn aan zijn oorlogservaringen.
3. De Raad overweegt als volgt.
3.1. In de voorhanden zijnde gegevens van medische aard, waaronder ook rapporten in het kader van een soortgelijke aanvraag van appellant in het kader van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers, heeft de Raad geen aanknopingspunten gevonden om te twijfelen aan de juistheid van het standpunt van verweerster dat de voet- , rug- en rechterknieklachten en de kaalheid van appellant niet in het vereiste verband staan met zijn oorlogservaringen. Ditzelfde geldt voor zijn darmklachten, voortkomend uit een spastische dikke darm, klachten die berusten op een constitutionele basis. Appellant heeft geen medische gegevens ingebracht die zijn standpunt ondersteunen. Verweerster heeft bij het bestreden besluit dan ook terecht geweigerd de verzochte voorzieningen te vergoeden.
4. Gezien het vorenstaande dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
5. De Raad acht tot slot geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wetbestuursrecht inzake vergoeding van proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en A.J. Schaap als leden, in tegenwoordigheid van M. Lammerse als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 november 2009.
(get.) A. Beuker-Tilstra.
(get.) M. Lammerse.
HD