ECLI:NL:CRVB:2009:BK3191
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag erkenning als burger-oorlogsslachtoffer in het voormalige Nederlands-Indië
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 november 2009 uitspraak gedaan in het beroep van een appellant die erkenning zocht als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. De appellant, geboren in 1941 in het voormalige Nederlands-Indië, had in april 2007 een aanvraag ingediend bij de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarin hij stelde dat zijn gezondheidsklachten het gevolg waren van zijn oorlogservaringen. De aanvraag werd echter afgewezen, omdat niet voldoende was aangetoond dat de appellant daadwerkelijk was getroffen door oorlogsgeweld in de zin van de Wet.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant tijdens de zitting op 24 september 2009 niet aanwezig was, maar dat de verweerster zich liet vertegenwoordigen door A.T.M. Vroom-van Berckel. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen. De appellant had verschillende gebeurtenissen naar voren gebracht, waaronder beschietingen in Poerworedjo en getuigenissen van executies. Echter, de Raad kon niet vaststellen dat de appellant daadwerkelijk betrokken was bij deze gebeurtenissen, en de verklaringen van de appellant waren niet voldoende onderbouwd met objectieve gegevens.
De Raad concludeerde dat de door de appellant genoemde omstandigheden niet konden leiden tot erkenning als burger-oorlogsslachtoffer. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit van de verweerster in rechte kon standhouden, en er waren geen termen aanwezig voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter A. Beuker-Tilstra en de leden G.L.M.J. Stevens en A.J. Schaap, in tegenwoordigheid van griffier M. Lammerse.