ECLI:NL:CRVB:2009:BK3187
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Beroep ongegrond verklaard inzake blijvende invaliditeit als gevolg van oorlogsgeweld
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 november 2009 uitspraak gedaan in het beroep van een appellant die erkend wilde worden als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. De appellant, geboren in 1929 in Suriname, had in oktober 2004 een aanvraag ingediend voor erkenning als oorlogsgetroffene, waarbij hij gezondheidsklachten toeschreef aan zijn oorlogservaringen in het voormalige Nederlands-Indië. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant in eerdere besluiten al als oorlogsgetroffene was erkend, maar dat zijn aanvraag voor een periodieke uitkering was afgewezen omdat er geen blijvende invaliditeit was vastgesteld.
De Raad heeft de medische adviezen van de geneeskundig adviseurs G. Kho en P. Windels in overweging genomen. G. Kho concludeerde dat de psychische klachten van de appellant weliswaar waren verergerd, maar niet het niveau van blijvende invaliditeit bereikten. De lichamelijke klachten konden niet worden gerelateerd aan de vastgestelde oorlogservaringen. De Raad oordeelde dat de verweerster, de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, haar besluit op de juiste wijze had onderbouwd en dat er geen aanleiding was om dit besluit te herzien.
Uiteindelijk verklaarde de Raad het beroep van de appellant ongegrond, en er waren geen termen aanwezig voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter, en de leden G.L.M.J. Stevens en A.J. Schaap, in aanwezigheid van griffier M. Lammerse.