ECLI:NL:CRVB:2009:BK2280

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
4 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-1642 WW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep wegens tegemoetkoming door het Uwv

In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. L. Boon, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 februari 2009. De Centrale Raad van Beroep heeft op 4 november 2009 uitspraak gedaan. Appellant heeft het hoger beroep ingetrokken omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) geheel aan zijn bezwaren tegemoet is gekomen. Dit verzoek tot intrekking werd gedaan via een brief van 29 juli 2009, waarin appellant tevens vroeg om het Uwv te veroordelen in de proceskosten. Het Uwv heeft geen verweer gevoerd tegen dit verzoek. De Raad heeft, met toestemming van beide partijen, besloten het onderzoek ter zitting achterwege te laten en het onderzoek te sluiten.

De Raad heeft vastgesteld dat, volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener in de kosten kan worden veroordeeld. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in de proceskosten van appellant moet worden veroordeeld, die zijn begroot op € 674,80, inclusief reiskosten en kosten voor verleende rechtsbijstand.

De uitspraak is gedaan door B.M. van Dun, in tegenwoordigheid van griffier P.N. Rijnsewijn, en is openbaar uitgesproken op 4 november 2009. De Raad heeft het Uwv ook opgedragen het door appellant betaalde griffierecht van € 149,-- te vergoeden, bestaande uit € 39,-- en € 110,--.

Uitspraak

09/1642 WW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 21a van de Beroepswet in samenhang met de artikelen 8:73a en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats], België, (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank van Amsterdam van 12 februari 2009, 08/370 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, (hierna: het Uwv).
Datum uitspraak: 4 november 2009.
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. L. Boon, advocaat te Eindhoven, hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
Bij brief van 29 juli 2009 heeft voornoemde gemachtigde namens appellant het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van appellant.
Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.
II. OVERWEGINGEN
Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuurs-orgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
De Raad stelt vast dat het hoger beroep is ingetrokken omdat het Uwv geheel aan de bezwaren van appellant is tegemoet gekomen.
De Raad acht termen aanwezig om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellant wegens verleende rechtsbijstand, begroot op € 322,-- en € 30,80 voor reiskosten in beroep en € 322,-- in hoger beroep, in totaal derhalve € 674,80.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 674,80;
Bepaalt dat het Uwv het door appellant betaalde griffierecht van € 149,-- (€ 39,-- en
€ 110,--) vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door B.M. van Dun, in tegenwoordigheid van P.N. Rijnsewijn als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 4 november 2009.
(get.) B.M. van Dun.
(get.) P.N. Rijnsewijn.
BvW