ECLI:NL:CRVB:2009:BJ9543
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag ouderdomspensioen AOW wegens gebrek aan verzekering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 september 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die een aanvraag om een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) had ingediend. De aanvraag was eerder afgewezen door de Sociale verzekeringsbank (Svb) op 13 oktober 2006, omdat de appellant na 1 januari 1957 niet verzekerd was geweest voor de AOW. De appellant, geboren in 1939, had op 17 januari 2006 zijn aanvraag ingediend, maar de Svb verklaarde het bezwaar tegen de afwijzing ongegrond in een besluit van 10 mei 2007. De rechtbank Amsterdam had het beroep van de appellant tegen dit besluit op 2 juni 2008 ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de appellant zijn bezwaren tegen de uitspraak van de rechtbank herhaald, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld. De Raad stelde vast dat de appellant geen nieuwe gezichtspunten had aangedragen die tot een ander oordeel konden leiden. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door H.J. de Mooij, in aanwezigheid van M.C.T.M. Sonderegger als griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending in cassatie te gaan tegen deze beslissing, indien zij menen dat er sprake is van schending of verkeerde toepassing van de relevante wetgeving.