ECLI:NL:CRVB:2009:BJ9380
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- M.C. Bruning
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de functioneren van een soldaat der derde klasse en de invloed van knieklachten op de beoordeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant, een soldaat der derde klasse, tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De appellant is met ingang van 7 november 2005 aangesteld en heeft een negatieve beoordeling ontvangen van zijn functioneren, die is vastgesteld door de pelotonscommandant. De beoordeling is gebaseerd op een periode waarin de appellant onvoldoende presteerde, wat leidde tot zijn ontheffing uit de Onderofficiersopleiding en uiteindelijk tot ontslag. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar zijn bezwaren zijn ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de beoordeling van de appellant op voldoende gronden berust. De Raad heeft overwogen dat de appellant voldoende kansen heeft gehad om zijn functioneren te verbeteren en dat de knieklachten van de appellant niet van invloed zijn geweest op zijn functioneren in de overige beoordelingsonderdelen. De Raad heeft daarbij verwezen naar zijn vaste rechtspraak over de toetsing van beoordelingen en de verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en geen termen aanwezig geacht voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar hebben uitgesproken.