ECLI:NL:CRVB:2009:BJ9292
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Stam
- I.R.A. van Raaij
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en medische geschiktheid van functies
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van appellante, die in hoger beroep is gegaan tegen een besluit van het Uwv. De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 oktober 2009 uitspraak gedaan. De Raad heeft geen aanleiding gezien om tot een ander oordeel te komen over de medische grondslag van het bestreden besluit dan de rechtbank. De Raad verwijst naar het rapport van bezwaarverzekeringsarts E. Vastert van 7 mei 2008, waarin deze reageert op de stellingen van appellante. De Raad kan instemmen met de conclusies van de bezwaarverzekeringsarts en heeft geen aanknopingspunten gevonden om de functies in medisch opzicht niet geschikt te achten voor appellante.
Het Uwv heeft in hoger beroep de medische geschiktheid van de functies van een voldoende motivering voorzien, maar de Raad heeft besloten het bestreden besluit te vernietigen. De rechtsgevolgen van dit besluit blijven echter in stand op basis van artikel 8:72, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad heeft ook de proceskosten aan de zijde van appellante, die rechtsbijstand heeft ontvangen, begroot op € 1288,-. De uitspraak van de rechtbank Almelo van 11 februari 2008, waarin het beroep van appellante ongegrond werd verklaard, is vernietigd. De Raad heeft bepaald dat het Uwv aan appellante het betaalde griffierecht van € 146,- vergoedt.
De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechters R.C. Stam en I.R.A. van Raaij. De zaak betreft een belangrijk precedent in het bestuursrecht en socialezekerheidsrecht, met name in de context van de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de medische geschiktheid van functies.