ECLI:NL:CRVB:2009:BJ8763
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de weigering van een WIA-uitkering op basis van medische belastbaarheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 september 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om geen WIA-uitkering toe te kennen. De rechtbank Utrecht had eerder geoordeeld dat het beroep van appellante ongegrond was, en de Raad heeft deze overwegingen volledig onderschreven. Appellante stelde dat haar medische belastbaarheid onjuist was ingeschat door het Uwv en dat er een urenbeperking van 15 uur per week moest worden aangenomen, gebaseerd op eerdere afspraken met de ZW-arts. De Raad oordeelde echter dat er geen objectieve medische aanknopingspunten waren voor deze stelling, en dat de door appellante overgelegde medische stukken niet voldoende waren om de beslissing van het Uwv te weerleggen.
De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank de grieven van appellante afdoende heeft besproken en gemotiveerd waarom deze niet slagen. De Raad concludeerde dat de medische beoordeling door het Uwv correct was en dat er geen aanleiding was om de eerdere beslissing te herzien. De Raad benadrukte dat de Ziektewet en de Wet WIA verschillende beoordelingskaders hanteren, wat van belang is voor de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier. De zaak benadrukt het belang van objectieve medische gegevens in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de rol van de verschillende wetgevingen in het sociale zekerheidsrecht.