ECLI:NL:CRVB:2009:BJ8132
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellant, die door het Uwv was herbeoordeeld naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 15-25%. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de herbeoordeling op basis van het aangepaste Schattingsbesluit (aSb) correct is uitgevoerd. Appellant had in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens overgelegd die zijn stelling dat hij beperkt is op het item 'zitten' konden onderbouwen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen objectieve medische beperkingen waren vastgesteld en dat de functies die aan appellant waren voorgehouden, niet boven zijn mogelijkheden uitstegen.
Appellant voerde aan dat hij meer medische beperkingen had en dat er ten onrechte geen urenbeperking was aangenomen. Hij stelde ook dat er sprake was van schending van artikel 1 van het Eerste Protocol van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. De Raad oordeelt dat de herbeoordeling niet leidt tot een 'individual and excessive burden' voor appellant, aangezien de uitvoeringspraktijk niet garandeert dat iedereen op hetzelfde moment wordt beoordeeld.
De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, maar laat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.288,= bedragen. De uitspraak is openbaar gedaan op 11 september 2009.