ECLI:NL:CRVB:2009:BJ7965
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. de Mooij
- F.A.M. Stroink
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak en het besluit inzake WAO-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 augustus 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 maart 2008. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat zijn WAO-uitkering per 3 november 2006 had herzien naar een lagere mate van arbeidsongeschiktheid. De rechtbank had het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard.
Tijdens de procedure heeft het Uwv op 15 juli 2009 een nieuw besluit genomen, waarin het bezwaar van appellant alsnog gegrond werd verklaard. Dit nieuwe besluit hield in dat de uitkering van appellant met ingang van 3 november 2006 onveranderd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100% blijft gebaseerd. De Raad constateerde dat het Uwv het eerder ingenomen standpunt in het bestreden besluit niet langer handhaafde.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het bestreden besluit, evenals de aangevallen uitspraak, geen stand konden houden. De Raad heeft de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit vernietigd. Tevens werd bepaald dat het Uwv het betaalde griffierecht van € 144,-- aan appellant diende te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met T.L. de Vries als voorzitter en H.J. de Mooij en F.A.M. Stroink als leden, in aanwezigheid van griffier W. Altenaar.