ECLI:NL:CRVB:2009:BJ7634

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
6 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/3973 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van nabestaandenuitkering op basis van verzekeringseisen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 september 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, die een nabestaandenuitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW) had aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot. De echtgenoot van appellante was ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd voor de ANW, omdat hij in Marokko woonde en niet meer werkzaam was in Nederland. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had eerder geweigerd om de uitkering toe te kennen, wat door de rechtbank Amsterdam werd bevestigd. Appellante heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, maar de Raad oordeelde dat de Svb terecht had geweigerd de uitkering toe te kennen. De Raad stelde vast dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was krachtens de ANW, noch zich vrijwillig had verzekerd. Bovendien was hij ook niet verzekerd volgens de Marokkaanse wetgeving, waardoor er geen aanspraak op een Nederlandse nabestaandenuitkering kon bestaan op basis van het verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en Marokko. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep af, zonder aanleiding te zien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

08/3973 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te Marokko (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 juni 2008, 06/4235 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 6 september 2009
I. PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. A.L. Kuit, advocaat te Rotterdam, hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 augustus 2009. Appellante is met voorafgaand bericht niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. K. Verbeek.
II. OVERWEGINGEN
1.1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.2. Appellante woont in Marokko en is gehuwd geweest met [naam echtgenoot]. De echtgenoot van appellante, geboren [in] 1938, ontving sinds 1 juli 2003 een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW). Op 7 november 2005 is hij in Marokko overleden. In maart 2006 heeft appellante aan de Svb verzocht om een nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (ANW) aan haar toe te kennen.
1.3. Bij het bestreden besluit van 6 juli 2006 heeft de Svb zijn besluit van 9 mei 2006 gehandhaafd, waarbij is geweigerd een nabestaandenuitkering aan appellante toe te kennen op de grond dat haar echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet (vrijwillig) verzekerd was voor de ANW.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het besluit van 6 juli 2006 ongegrond verklaard.
3. Appellante heeft zich in hoger beroep gemotiveerd tegen deze uitspraak gekeerd.
4.1. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.2. Tussen partijen is in hoger beroep in geschil of de Svb terecht heeft geweigerd een nabestaandenuitkering aan appellante toe te kennen op de grond dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was krachtens de ANW.
4.3. Ingevolge artikel 13 van de ANW is verzekerd krachtens die wet degene die ingezetene is of die geen ingezetene is, doch ter zake van in Nederland in dienstbetrekking verrichte arbeid aan de loonbelasting is onderworpen. Nu de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden in Marokko woonde en niet meer werkzaam was in Nederland, was hij toen op grond van deze bepaling niet verzekerd krachtens de ANW.
4.4. Voorts is niet gebleken dat de echtgenoot van appellante zich vrijwillig verzekerd had ingevolge onder meer de ANW. Dit betekent dat de echtgenoot van appellante op 7 november 2005 niet verzekerd was krachtens de ANW, zodat geen aanspraak kan bestaan op een nabestaandenuitkering op grond van die wet.
4.5. Tot slot stelt de Raad vast dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was krachtens de Marokkaanse wetgeving, zodat ook op grond van artikel 22 van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko geen aanspraak op een Nederlandse nabestaandenuitkering kan bestaan.
4.6. Uit het vorenstaande volgt dat het hoger beroep niet slaagt, zodat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
5. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij, in tegenwoordigheid van M.C.T.M. Sonderegger als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 september 2009.
(get.) H.J. de Mooij.
(get.) M.C.T.M. Sonderegger.
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH ’s-Gravenhage) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen inzake het begrip kring van verzekerden.
NW