ECLI:NL:CRVB:2009:BJ5935
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum WAJONG-uitkering en vijf-jaarsbeleid in bestuursrechtelijke context
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin de rechtbank oordeelde dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) terecht geen redenen heeft gezien om de WAJONG-uitkering van appellante met verdergaande terugwerkende kracht toe te kennen dan reeds was gedaan. De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 augustus 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij appellante werd bijgestaan door haar advocaat, mr. G. van Leeuwen. De Raad heeft het onderzoek ter zitting geschorst en hervat op 10 juli 2009, waarbij appellante niet verscheen, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. M.S. Winkel.
De Raad heeft in zijn overwegingen het vijf-jaarsbeleid van het Uwv besproken, dat volgens appellante inhoudt dat toekenning van een uitkering met vijf jaar terugwerkende kracht kan geschieden in gevallen van onjuiste beëindiging van uitkeringen. De Raad heeft echter geconcludeerd dat het vijf-jaarsbeleid geen zelfstandig beleid is, maar een onderdeel vormt van het beleid dat de datum van ingang van uitkeringen regelt voor een specifieke groep gehuwde vrouwen. Aangezien appellante niet tot deze groep behoort, kan zij geen rechten ontlenen aan het vijf-jaarsbeleid.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellante ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.