ECLI:NL:CRVB:2009:BJ5413
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- C.P.J. Goorden
- P.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en de toepassing van het Verzekeringsgeneeskundig protocol
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van betrokkene door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, met ingang van 24 april 2007. Betrokkene heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, waarna de rechtbank Middelburg op 18 april 2008 het besluit van de appellant vernietigde wegens strijd met de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank oordeelde dat de beoordeling van de uitkering op basis van het Verzekeringsgeneeskundig protocol depressieve stoornis had moeten plaatsvinden, dat pas op 1 juli 2007 in werking trad. Appellant was het niet eens met deze uitspraak en heeft hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 12 augustus 2009 geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte het protocol van toepassing heeft geacht op de datum van 24 april 2007, aangezien dit protocol op dat moment nog niet in werking was. De Raad benadrukt dat de aanspraken van een belanghebbende beoordeeld moeten worden naar het recht dat gold op de datum waarop de aanspraken betrekking hebben. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en de zaak teruggeworpen naar de rechtbank, omdat de rechtbank andere in beroep aangevoerde gronden onbesproken had gelaten.
Daarnaast heeft de Raad appellant veroordeeld in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep, tot een bedrag van € 644,-- voor verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan en de zaak is behandeld op de zitting van 1 juli 2009, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren.