ECLI:NL:CRVB:2009:BJ5257
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- C.P.J. Goorden
- P.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering na psychische klachten en deskundigenoordeel
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van betrokkene, die sinds 1995 een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontving wegens psychische klachten. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De rechtbank had het beroep van betrokkene tegen het bestreden besluit gegrond verklaard, waarbij zij het oordeel van de door haar ingeschakelde psychiater als deskundige doorslaggevend achtte. De psychiater had vastgesteld dat betrokkene, als gevolg van een schizo-affectieve stoornis en een schizoïde persoonlijkheidsstoornis, meer beperkt was dan in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) was weergegeven.
De Raad oordeelt dat het onderzoek door de deskundige volledig en zorgvuldig is uitgevoerd. Appellant had in hoger beroep aangevoerd dat de deskundige Kazemier afweek van eerdere oordelen van andere psychiaters en dat er behoefte was aan een nieuwe expertise. De Raad ziet echter geen aanleiding om een nader onderzoek te gelasten, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de deskundige Kazemier zijn oordeel serieus heeft heroverwogen, ondanks de kritiek van de bezwaarverzekeringsarts.
Daarnaast wordt appellant veroordeeld in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep, die zijn begroot op € 644,- voor verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan op 12 augustus 2009 en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij de herziening van de WAO-uitkering van betrokkene wordt gehandhaafd.