ECLI:NL:CRVB:2009:BJ4974

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-1755 AOR + 08-1756 AOR
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot herziening van eerdere uitspraak door de Centrale Raad van Beroep

In deze zaak hebben verzoekers, die wonen te [woonplaats], een verzoek tot herziening ingediend bij de Centrale Raad van Beroep. Dit verzoek was gericht tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 8 november 2007, waarin de verzoekers betrokken waren in een geschil met het bestuur van de Stichting het Gebaar. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 juli 2009 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening. Tijdens de zitting op 11 juni 2009 zijn de verzoekers niet verschenen, terwijl het bestuur zich liet vertegenwoordigen door mr. J.A.E. van der Jagt, advocaat te ’s-Gravenhage.

De Raad overweegt dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening enkel kan worden ingeroepen op basis van nieuwe feiten of omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft in de argumenten van de verzoekers geen nieuwe feiten of omstandigheden kunnen ontdekken die aan de voorwaarden van artikel 8:88 voldoen. De verzoekers hebben geprobeerd een hernieuwde discussie te voeren op basis van reeds bekende gegevens, wat niet is toegestaan.

Daarom heeft de Raad besloten het verzoek om herziening af te wijzen. Tevens zijn er geen termen aanwezig om proceskosten te vergoeden, zoals bedoeld in artikel 8:75 van de Awb. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 23 juli 2009.

Uitspraak

08/1755 AOR en 08/1756 AOR
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet op het verzoek om herziening van:
[Verzoeker] en [vezoekster], wonende te [woonplaats], (hierna: verzoekers),
tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 8 november 2007, 07/2021 AOR en 07/2022 AOR
in het geding tussen:
verzoekers
en
het bestuur van de Stichting het Gebaar (hierna: het bestuur)
Datum uitspraak: 23 juli 2009
I. PROCESVERLOOP
Verzoekers hebben om herziening verzocht.
Het bestuur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 juni 2009. Daar zijn verzoekers, zoals bericht, niet verschenen. Het bestuur heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.A.E. van der Jagt, advocaat te ’s-Gravenhage.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Op grond van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in samenhang met artikel 21 van de Beroepswet, kan de Raad op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten en omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Raad eerder bekend, tot een ander uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
1.2. Volgens vaste rechtspraak van de Raad is het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet gegeven om, anders dan op grond van enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als in artikel 8:88, eerste lid, van de Awb bedoeld, een hernieuwde discussie over de betrokken zaak te voeren en evenmin om een discussie over de betrokken uitspraak te openen.
2. In hetgeen verzoekers hebben aangevoerd heeft de Raad geen feiten of omstandigheden kunnen ontdekken die voldoen aan de hiervoor onder 1.1 genoemde voorwaarden van artikel 8:88 van de Awb. De Raad kan dan ook niet anders dan vaststellen dat verzoekers met het onderhavige verzoek hebben beoogd op basis van reeds bekende gegevens een hernieuwde discussie te voeren.
3. Het voorgaande betekent dat het verzoek om herziening moet worden afgewezen.
4. De Raad acht tot slot geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb inzake een vergoeding van proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en A.J. Schaap als leden, in tegenwoordigheid van K. Moaddine als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 juli 2009.
(get.) A. Beuker-Tilstra.
(get.) K. Moaddine.
HD