ECLI:NL:CRVB:2009:BJ4013
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake hoogte maandelijkse aflossing studieschuld en verzoek om draagkrachtmeting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de hoogte van de maandelijkse aflossing van zijn studieschuld aan de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) ter discussie staat. De IB-Groep had bij besluit van 6 januari 2007 vastgesteld dat appellant per 1 januari 2007 maandelijks € 517,59 moest betalen. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, waarbij hij tevens verzocht om een draagkrachtmeting. De IB-Groep heeft dit verzoek buiten behandeling gelaten, omdat appellant niet binnen de gestelde termijn het benodigde formulier had ingediend.
De rechtbank heeft in haar uitspraak van 19 februari 2008 het beroep van appellant tegen het besluit van de IB-Groep ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat de besluitvorming van de IB-Groep in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen. De Raad stelt vast dat de IB-Groep niet beschikte over de benodigde inkomensgegevens om een draagkrachtmeting uit te voeren voordat het besluit van 6 januari 2007 werd genomen. Appellant heeft geen gronden aangevoerd tegen de vaststelling van het maandelijkse bedrag, en zijn verzoek om draagkrachtmeting valt buiten het kader van dit geschil.
De Raad concludeert dat de IB-Groep terecht het terug te betalen bedrag heeft vastgesteld zonder rekening te houden met de draagkracht van appellant, aangezien hij niet tijdig om een draagkrachtmeting heeft verzocht. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.