ECLI:NL:CRVB:2009:BJ2555
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- G.A.J. van den Hurk
- J.F. Bandringa
- H.C.P. Venema
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake bijstandsverlening
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], een verzoek ingediend tot herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 15 januari 2008, waarin het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde om de aanvraag om bijstand van 27 juli 2005 af te wijzen, werd vernietigd. De Raad had in die uitspraak geoordeeld dat het College in strijd had gehandeld met de artikelen 3:2 en 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtsgevolgen van het besluit van 21 april 2006 werden echter in stand gelaten.
Tijdens de zitting op 26 mei 2009 is verzoeker niet verschenen, terwijl het College werd vertegenwoordigd door J.L. Moerland. Verzoeker stelde in zijn herzieningsverzoek dat de motivering van de Raad met betrekking tot het in stand houden van de rechtsgevolgen op onjuiste aannames was gebaseerd. De Raad oordeelde echter dat de feiten en omstandigheden die verzoeker aanvoerde, reeds vóór de eerdere uitspraak bekend waren en niet als nieuwe feiten konden worden aangemerkt.
De Raad benadrukte dat het rechtsmiddel van herziening enkel kan worden ingeroepen op basis van nieuwe feiten of omstandigheden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 8:88, eerste lid, van de Awb. Aangezien verzoeker niet kon aantonen dat er nieuwe feiten of omstandigheden waren die tot een andere uitspraak hadden kunnen leiden, werd het verzoek om herziening afgewezen. De Raad zag ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met G.A.J. van den Hurk als voorzitter en J.F. Bandringa en H.C.P. Venema als leden, in aanwezigheid van griffier N.L.E.M. Bynoe. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 7 juli 2009.