ECLI:NL:CRVB:2009:BJ2132
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- A.B.J. van der Ham
- O.L.H.W.I. Korte
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor energiekosten zonder bijzondere omstandigheden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen, waarin haar aanvraag voor bijzondere bijstand voor energiekosten werd afgewezen. De aanvraag was ingediend op 16 mei 2006, waarbij appellante een bedrag van € 1.629,58 aan Essent moest betalen. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen heeft de aanvraag op 23 mei 2006 afgewezen, omdat deze kosten tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan behoren en er geen bijzondere omstandigheden waren die recht gaven op bijstand. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 7 december 2006 ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante de uitspraak van de rechtbank bestreden, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die recht geven op bijzondere bijstand. De Raad verwijst naar artikel 35, eerste lid, van de Wet werk en bijstand (WWB), dat bepaalt dat alleen recht op bijzondere bijstand bestaat als er geen middelen zijn om noodzakelijke kosten van het bestaan te dekken. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat het enkele feit dat appellante geen financiële ruimte heeft om de afrekening te voldoen, niet kan worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid.
De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 1 juli 2009 door een meervoudige kamer, met J.M.A. van der Kolk-Severijns als voorzitter en A.B.J. van der Ham en O.L.H.W.I. Korte als leden. De beslissing is in tegenwoordigheid van griffier B.E. Giesen uitgesproken.