ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1947
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering kinderbijslag op basis van leeftijdsgrens en overgangsregeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 juli 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in Marokko woont, tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 6 mei 2008. De zaak betreft de weigering van de Sociale verzekeringsbank (Svb) om kinderbijslag toe te kennen aan appellant voor zijn dochter, die op de eerste dag van het vierde kwartaal van 2006 de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. De Svb had op 14 augustus 2006 besloten om de kinderbijslag te weigeren, met als argument dat het recht op kinderbijslag eindigt zodra het kind 18 jaar is, conform artikel 7 van de Algemene kinderbijslagwet (AKW). Appellant voerde aan dat zijn dochter gehandicapt is en schoolgaand, maar de Svb verklaarde het bezwaar ongegrond.
De rechtbank Amsterdam heeft de beslissing van de Svb bevestigd, waarop appellant in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 18 juni 2009 was de dochter van appellant aanwezig, en de Svb werd vertegenwoordigd door J.Y. Groenendaal. De Raad overwoog dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het recht op kinderbijslag eindigt bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd. De Raad bevestigde dat de overgangsregeling voor kinderen geboren vóór 1 oktober 1986 niet van toepassing was op de dochter van appellant, die na deze datum was geboren. De Raad concludeerde dat de aangevallen uitspraak terecht was en dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door H.J. de Mooij, in aanwezigheid van griffier M.C.T.M. Sonderegger, en werd openbaar uitgesproken op 2 juli 2009.