ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1829

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
19 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-7114 WSF
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van het hoger beroep inzake studiefinanciering

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 juni 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) betreffende de toekenning van studiefinanciering. De appellant had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van de IB-Groep van 18 december 2006, waarin zijn aanvraag voor studiefinanciering met terugwerkende kracht werd afgewezen. De rechtbank 's-Gravenhage had het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard.

Tijdens de procedure heeft de IB-Groep haar standpunt gewijzigd en op 12 maart 2008 een nieuw besluit genomen, waarin alsnog studiefinanciering werd toegekend aan de appellant met ingang van 1 september 2006. Dit besluit werd gevolgd door verdere besluiten op 21 maart 2008. Hierdoor was er geen geschil meer tussen de partijen over de kwestie die aan de Raad was voorgelegd, wat leidde tot de conclusie dat de appellant geen procesbelang meer had bij een beslissing van de Raad.

De Raad heeft vastgesteld dat het besluit van de IB-Groep van 7 november 2008, waarin aan de appellant werd meegedeeld dat hij vanaf 1 januari 2009 geen recht meer had op studiefinanciering, geen onderwerp van geschil was in deze procedure. De Raad heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling werd genomen. De IB-Groep werd opgedragen om het griffierecht van de appellant te vergoeden, dat in totaal € 144,- bedroeg.

Uitspraak

07/7114 WSF
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 9 november 2007, 07/83 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (hierna: IB-Groep).
Datum uitspraak: 19 juni 2009
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
De IB-Groep heeft bij brief van 12 maart 2008 haar standpunt gewijzigd en dit nader uitgewerkt in besluiten van 21 maart 2008.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 april 2009. Appellant is verschenen, bijgestaan door drs. J. Lalleman. De IB-Groep was vertegenwoordigd door mr. P.E. Merema.
II. OVERWEGINGEN
1. Bij besluit van 18 december 2006 heeft de IB-Groep, beslissend op bezwaar, gehandhaafd haar besluit van 22 september 2006 waarbij is geweigerd aan appellant met ingang van 1 september 2006 studiefinanciering toe te kennen.
2. De rechtbank heeft het tegen het besluit van 18 december 2006 ingestelde beroep bij de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard.
3. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat en gemotiveerd waarom hij naar zijn mening wèl in aanmerking komt voor toekenning van studiefinanciering vanaf 1 januari 2006.
4. De Raad overweegt het volgende.
4.1. Het besluit van 18 december 2006 - en daarmee het besluit van 22 september 2006 - is achterhaald door het schrijven van de IB-Groep van 12 maart 2008, bezien in samenhang met de daarop gevolgde besluiten van 21 maart 2008, waarbij de IB-Groep alsnog aan appellant vanaf 1 september 2006 studiefinanciering heeft toegekend.
4.2. Als gevolg hiervan bestaat er tussen partijen geen geschil meer over de kwestie die appellant in hoger beroep aan de Raad ter beoordeling heeft voorgelegd. Dit betekent dat appellant geen procesbelang meer heeft bij een beslissing van de Raad.
4.3. Het besluit van de IB-Groep van 7 november 2008, in bezwaar gehandhaafd bij besluit van 16 december 2008 (waartegen geen beroep is ingesteld, zodat dat besluit op bezwaar in rechte onaantastbaar is geworden), waarbij aan appellant is meegedeeld dat hij vanaf 1 januari 2009 niet langer recht heeft op studiefinanciering, vormt geen onderwerp van geschil in de onderhavige procedure, zodat daaraan - anders dan namens appellant bepleit - geen procesbelang kan worden ontleend.
4.4. Het voorgaande betekent dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
5. Er zijn geen proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
Bepaalt dat de Informatie Beheer Groep aan appellant het door hem in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 144,- vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door G. van der Wiel als voorzitter en G.J.H. Doornewaard en J. Brand als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van A.L. de Gier als griffier, uitgesproken in het openbaar op 19 juni 2009.
(get.) G. van der Wiel.
(get.) A.L. de Gier.
JL