ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1822
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- C. van Viegen
- H.C.P. Venema
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering bijstandsuitkering wegens niet vermelden van freelance-inkomsten
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van een bijstandsuitkering van appellante, die niet heeft gemeld dat zij inkomsten uit freelancewerkzaamheden ontving. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellante ontving een uitkering op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam had bij besluit van 16 augustus 2005 de bijstand van appellante over een bepaalde periode herzien, omdat zij te veel bijstand had ontvangen door het niet vermelden van haar freelance-inkomsten. Het College vorderde een bedrag van in totaal € 2.738,23 terug van appellante, wat zij niet betwistte. Appellante had bezwaar gemaakt tegen een brief van het College, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep tegen dit besluit ongegrond, waarna appellante in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de brief van 12 juli 2006 van het College slechts een informatieve mededeling was en niet gericht op rechtsgevolg. De Raad verwees naar een eerdere uitspraak waarin werd vastgesteld dat een mededeling over een terug te vorderen bedrag geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hierdoor was er geen ruimte voor een inhoudelijke bespreking van de beroepsgronden van appellante. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met R.H.M. Roelofs als voorzitter, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.