ECLI:NL:CRVB:2009:BI6818
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Stam
- J.M. Tason Avila
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, waarin de weigering van een WIA-uitkering door het Uwv werd bevestigd. Appellante, die sinds 1 juni 2004 uitgevallen was door psychische klachten en pijn in haar linkerarm, had een beoordeling ondergaan in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De verzekeringsarts L.J. Zwemer concludeerde dat appellante beperkingen had, maar dat zij nog geschikt was voor andere functies. De arbeidsdeskundige T. Annema berekende de mate van arbeidsongeschiktheid op minder dan 35%.
Na een bezwaarprocedure, waarin aanvullende informatie van de huisarts werd opgevraagd, bleef de conclusie van de bezwaarverzekeringsarts dat de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) van appellante correct was. De bezwaararbeidsdeskundige concludeerde dat de geschiktheid van de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, voldoende gemotiveerd was. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
In hoger beroep herhaalde appellante haar gronden, maar de Raad oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsartsen de beperkingen niet hadden onderschat. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv de geschiktheid van appellante voor de functies voldoende had aangetoond. De uitspraak werd gedaan in het openbaar op 29 mei 2009.