ECLI:NL:CRVB:2009:BI4913
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- C. van Viegen
- H.C.P. Venema
- G.A.J. van den Hurk
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- W.F. Claessens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van rechters in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2009, werd een verzoek om wraking ingediend door verzoeker in de procedure met nummer 08/238 WWB-W. Het verzoek was gericht tegen de rechters G.A.J. van den Hurk, J.M.A. van der Kolk-Severijns en W.F. Claessens. Verzoeker stelde dat de rechtbank stukken had betrokken bij de beoordeling waarvan hij vooraf geen kennis had kunnen nemen, wat volgens hem de onpartijdigheid van de rechters in gevaar bracht. De Raad heeft het verzoek om wraking behandeld, waarbij zowel verzoeker als de betrokken rechters de gelegenheid kregen om een mondelinge toelichting te geven.
De Raad heeft het verzoek om wraking afgewezen. De overwegingen voor deze beslissing waren dat het verwijt van verzoeker, dat betrekking had op de handelwijze van de rechtbank, niet aan de orde kon komen bij de behandeling van het wrakingsverzoek. De Raad benadrukte dat wraking niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen procedurele beslissingen. De beslissing van de rechters om verzoeker een leespauze te geven om kennis te nemen van de stukken, werd niet als een aanwijzing voor partijdigheid gezien. Bovendien was het wrakingsverzoek niet gericht tegen de persoon van de rechters, maar tegen de procedurele gang van zaken.
De Raad concludeerde dat de inhoudelijke behandeling van de zaak onder nummer 08/238 WWB kon worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond. De uitspraak werd gedaan in Utrecht, en de griffier en fungerend voorzitter ondertekenden het proces-verbaal. De uitspraak is relevant voor de toepassing van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht, dat de mogelijkheid van wraking van rechters regelt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter zouden kunnen schaden.