ECLI:NL:CRVB:2009:BI4883
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- C.P.J. Goorden
- P.J. Jansen
- T.J. van der Torn
- Rechtspraak.nl
Herziening van ZW-uitkering naar 70% van het dagloon en de beoordeling van bekkenklachten na zwangerschap
In deze zaak gaat het om de herziening van de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellante naar 70% van het dagloon. Appellante had zich ziekgemeld na haar zwangerschaps- en bevallingsverlof, met klachten van bekkenpijn en pijn aan de onderrug. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft op 11 september 2006 besloten om de uitkering te herzien, wat door appellante werd bestreden. De bezwaarverzekeringsarts concludeerde dat de bekkenproblematiek van appellante niet voldoende consistent was om het ziekteverzuim als gevolg van de zwangerschap aan te merken. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat de informatie van de huisarts en de bekkenfysiotherapeut geen nieuw licht werpt op de medische toestand van appellante. Appellante heeft in hoger beroep geen nieuwe medische informatie overgelegd die haar standpunt ondersteunt.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank Zutphen, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard. De Raad oordeelde dat de bezwaarverzekeringsarts zorgvuldig onderzoek had verricht en dat de conclusie dat de ongeschiktheid van appellante voor haar arbeid geen gevolg was van zwangerschap of bevalling, terecht was. De Raad volgde de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend aan appellante. De uitspraak werd gedaan op 20 mei 2009.