ECLI:NL:CRVB:2009:BI3025
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- J.Th. Wolleswinkel
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Afwijzing indicatie voor WSW en procesbelang bij pensioengerechtigde leeftijd
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, die haar beroep tegen een afwijzing van een indicatie op grond van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) ongegrond heeft verklaard. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep vond plaats op 16 april 2009. De Raad overweegt dat appellante, die op 16 september 1943 is geboren, inmiddels de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt en daardoor niet meer tot de doelgroep van de WSW kan worden gerekend. Dit roept de vraag op of appellante nog voldoende procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit. De Raad concludeert dat appellante door het bestreden besluit de mogelijkheid is ontnomen om in de periode in geding werkzaam te zijn in een dienstbetrekking in het kader van de WSW, wat kan leiden tot financieel nadeel.
De Raad bevestigt dat de raad van bestuur in het bestreden besluit heeft gesteld dat appellante niet tot arbeid in staat is, ook niet via de WSW. Dit is onderbouwd met rapporten van deskundigen die aangeven dat appellante niet voldoet aan de ondergrenscriteria voor WSW-arbeid. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat het hoger beroep niet slaagt. Het verzoek van appellante om het Uwv te veroordelen tot schadevergoeding wordt afgewezen. De Raad ziet geen aanleiding om proceskosten te vergoeden op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met H.A.A.G. Vermeulen als voorzitter en J.Th. Wolleswinkel en A.J. Schaap als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van M.B. de Gooijer als griffier.