ECLI:NL:CRVB:2009:BI2982
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- H.A.A.G. Vermeulen
- J.Th. Wolleswinkel
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van hoger beroep wegens te late betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 april 2009 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen appellant en de Minister van Buitenlandse Zaken, waarbij appellant in verzet ging tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 8 april 2008. De Raad had eerder, op 30 oktober 2008, het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellant heeft erkend dat de betaling één dag na de gestelde termijn is ontvangen en heeft aangevoerd dat dit te wijten was aan een misverstand met betrekking tot een andere zaak.
Tijdens de zitting op 12 maart 2009 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, maar de Raad oordeelde dat er geen reden was om het verzet gegrond te verklaren. De Raad benadrukte dat een niet-ontvankelijkverklaring slechts achterwege kan blijven als redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant in verzuim is geweest. In dit geval was dat niet aan de orde, aangezien appellant herhaaldelijk was gewezen op de verplichting om het griffierecht tijdig te betalen.
De Raad concludeerde dat de gronden die appellant naar voren had gebracht niet voldoende waren om het verzet te honoreren. De Raad heeft dan ook besloten het verzet ongegrond te verklaren en heeft geen aanleiding gezien om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met H.A.A.G. Vermeulen als voorzitter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier M.B. de Gooijer.