ECLI:NL:CRVB:2009:BI0865

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
10 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-6642 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Herziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO

In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. W.C. de Jonge, een verzoek tot herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 31 augustus 2007, met nummer 04/5665 WAO. Het verzoek is gedaan op grond van evidente onjuistheid, foutieve uitleg van de eigen jurisprudentie en nieuwe feiten en omstandigheden. De Centrale Raad van Beroep heeft op 10 april 2009 uitspraak gedaan in deze herzieningsprocedure.

Tijdens de zitting op 27 februari 2009 is verzoeker niet verschenen, terwijl het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) vertegenwoordigd was door mr. H. van Wijngaarden. De Raad heeft overwogen dat voor een herziening op grond van artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) nieuwe feiten of omstandigheden noodzakelijk zijn. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die aanleiding geven tot herziening van de eerdere uitspraak.

Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om herziening afgewezen. De Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, wat betreft de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

07/6642 WAO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 31 augustus 2007, 04/5665 WAO, in het geding tussen:
[Verzoeker], wonende te [woonplaats] (hierna: verzoeker),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 10 april 2009
I. PROCESVERLOOP
Namens verzoeker heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 31 augustus 2007, 04/5665 WAO.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 februari 2009. Verzoeker is niet verschenen. Het Uwv was vertegenwoordigd door mr. H. van Wijngaarden.
II. OVERWEGINGEN
1. Verzoeker heeft verzocht om “herziening op grond van evidente onjuistheid, foutieve uitleg van de eigen jurisprudentie en op grond van nieuwe feiten en omstandigheden”. Verzoeker is van mening dat zijn aanspraken bij de bestreden uitspraak niet naar behoren zijn erkend.
2.1. De Raad overweegt dat de door de gemachtigde van verzoeker gewenste hernieuwde discussie over de betrokken zaak en de juistheid van de bestreden uitspraak niet kan worden gevoerd, tenzij sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.2. Naar het oordeel van de Raad heeft verzoeker niet enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb naar voren gebracht. Daarom dient het verzoek om herziening te worden afgewezen.
3. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door G. van der Wiel als voorzitter en J. Brand en P.J. Stolk als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van A.C. Palmboom als griffier, uitgesproken in het openbaar op 10 april 2009.
(get.) G. van der Wiel.
(get.) A.C. Palmboom.
TM