ECLI:NL:CRVB:2009:BI0277
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om peiljaarverlegging bij de vaststelling van de veronderstelde ouderlijke bijdrage
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 april 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De zaak betreft de afwijzing van een verzoek van appellant om bij de vaststelling van de veronderstelde ouderlijke bijdrage voor het jaar 2004 uit te gaan van het gezamenlijke inkomen in 2003 in plaats van het inkomen in het peiljaar 2002. Appellant had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) van 18 december 2006, waarin zijn verzoek om peiljaarverlegging werd afgewezen. De IB-Groep stelde dat de Wet studiefinanciering 2000 geen mogelijkheid biedt voor middeling van inkomens.
De rechtbank Haarlem had het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat de wettelijke regeling bepaalt dat de maatstaf voor de vaststelling van de veronderstelde ouderlijke bijdrage het gecorrigeerde verzamelinkomen in het peiljaar is. Appellant voerde in hoger beroep aan dat de IB-Groep op onjuiste gronden zijn verzoek had afgewezen, omdat de inkomensdaling in 2003 ten opzichte van 2002 wel degelijk meer dan 15% bedroeg.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het besluit van 18 december 2006 geen betrekking had op het verzoek van appellant om peiljaarverlegging, aangezien hierop al eerder was beslist bij een in rechte onaantastbaar besluit van 27 maart 2004. De Raad concludeerde dat de grief van appellant de omvang van het geding te buiten ging en dat het hoger beroep faalde. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.