ECLI:NL:CRVB:2009:BH8837
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.G. Treffers
- M.C. Bruning
- A.A.M. Mollee
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens ongeschiktheid wegens ziekte en de beoordeling van ongeschiktheid in en door de dienst
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen, waarin het ontslag van appellante wegens ongeschiktheid door ziekte aan de orde is. Appellante was werkzaam als secretaresse bij de gemeente Groningen en heeft zich in 1999 ziek gemeld vanwege RSI-klachten. Na verschillende re-integratietrajecten heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen in 2005 besloten om appellante te ontslaan wegens arbeidsongeschiktheid. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep van appellante gegrond verklaard en het bestreden besluit van het college vernietigd, omdat het college de hoorplicht had geschonden. De rechtbank heeft echter de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. Appellante heeft in hoger beroep betwist dat de rechtsgevolgen in stand konden blijven, terwijl het college heeft gepleit voor bevestiging van de aangevallen uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand heeft gelaten. De Raad is van mening dat aan de voorwaarden voor medisch ontslag, zoals gesteld in de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen, is voldaan. Appellante heeft niet betwist dat zij ongeschikt is wegens ziekte en dat er geen andere functie voor haar beschikbaar was binnen de gemeente. De Raad heeft verder overwogen dat er geen verplichting bestaat voor het college om een onderzoek naar ongeschiktheid 'in en door de dienst' uit te voeren voordat het gebruik maakt van de ontslagbevoegdheid.
Uiteindelijk heeft de Raad geconcludeerd dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om proceskosten te vergoeden.