ECLI:NL:CRVB:2009:BH8696
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAJONG-uitkering en geschiktheid van functies
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Assen, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. Appellante had beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 28 februari 2007, dat de verlaging van haar WAJONG-uitkering per 19 november 2006 handhaafde. Appellante stelde dat haar arbeidsongeschiktheid was afgenomen tot 45-55% en dat ernstige vermoeidheid haar belette om te werken.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 27 maart 2009 uitspraak gedaan in deze zaak. Tijdens de zitting op 13 februari 2009 was appellante niet aanwezig, maar werd zij vertegenwoordigd door W.R. Bos van het Uwv. De Raad oordeelde dat de door appellante aangevoerde beroepsgrond niet slaagde, omdat de medische onderbouwing ontbrak. De Raad concludeerde dat de voorgehouden functies geschikt waren voor appellante.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door D.J. van der Vos als voorzitter, met R.C. Stam en A.T. de Kwaasteniet als leden, en in aanwezigheid van B.E. Giesen als griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.