ECLI:NL:CRVB:2009:BH8696

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-6158 WAJONG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van WAJONG-uitkering en geschiktheid van functies

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Assen, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. Appellante had beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 28 februari 2007, dat de verlaging van haar WAJONG-uitkering per 19 november 2006 handhaafde. Appellante stelde dat haar arbeidsongeschiktheid was afgenomen tot 45-55% en dat ernstige vermoeidheid haar belette om te werken.

De Centrale Raad van Beroep heeft op 27 maart 2009 uitspraak gedaan in deze zaak. Tijdens de zitting op 13 februari 2009 was appellante niet aanwezig, maar werd zij vertegenwoordigd door W.R. Bos van het Uwv. De Raad oordeelde dat de door appellante aangevoerde beroepsgrond niet slaagde, omdat de medische onderbouwing ontbrak. De Raad concludeerde dat de voorgehouden functies geschikt waren voor appellante.

De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door D.J. van der Vos als voorzitter, met R.C. Stam en A.T. de Kwaasteniet als leden, en in aanwezigheid van B.E. Giesen als griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

07/6158 WAJONG
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 30 oktober 2007, 07/297 (hierna: de aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 27 maart 2009
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld en het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting vond plaats op 13 februari 2009. Appellante verscheen niet, W.R. Bos vertegenwoordigde het Uwv.
II. OVERWEGINGEN
1. Appellante stelde beroep in tegen het besluit van 28 februari 2007 ter uitvoering van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (WAJONG) tot de handhaving van de verlaging van haar WAJONG-uitkering per 19 november 2006, omdat de mate van haar arbeidsongeschiktheid tot 45-55% is afgenomen.
2. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond.
3. In hoger beroep herhaalt appellante dat ernstige vermoeidheid haar verhindert om te werken.
4. Met de rechtbank is de Raad van oordeel dat de door appellante aangevoerde beroepsgrond niet slaagt, omdat de medische onderbouwing ontbreekt. De voorgehouden functies zijn geschikt.
5. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door D.J. van der Vos als voorzitter en R.C. Stam en
A.T. de Kwaasteniet als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van B.E. Giesen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 27 maart 2009.
(get.) D.J. van der Vos.
(get.) B.E. Giesen.
JL