ECLI:NL:CRVB:2009:BH6139
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om een ANW-uitkering wegens gebrek aan verzekering van de echtgenoot
In deze zaak heeft appellante, woonachtig in Marokko, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die haar beroep tegen de afwijzing van haar aanvraag om een nabestaanden- en halfwezenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (ANW) ongegrond had verklaard. De aanvraag was afgewezen door de Sociale verzekeringsbank (Svb) op de grond dat de echtgenoot van appellante op het moment van zijn overlijden, 25 juli 2005, niet verzekerd was voor de ANW. De rechtbank heeft deze afwijzing bevestigd, waarop appellante in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden in Marokko woonde en niet meer werkzaam was in Nederland, waardoor hij niet verzekerd was krachtens de ANW. De Raad heeft ook opgemerkt dat de echtgenoot niet gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om zich vrijwillig te verzekeren voor de ANW, wat zijn recht op een nabestaandenuitkering verder ondermijnt. Bovendien is vastgesteld dat de echtgenoot ten tijde van zijn overlijden ook niet verzekerd was volgens de Marokkaanse wetgeving, wat betekent dat er geen aanspraak kan worden gemaakt op een Nederlandse nabestaandenuitkering op basis van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en Marokko.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet kan slagen en heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. Er is geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij, in tegenwoordigheid van griffier W. Altenaar, en is openbaar uitgesproken op 26 februari 2009.