ECLI:NL:CRVB:2009:BH6100
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- C.W.J. Schoor
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en de vaststelling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van betrokkene, die eerder was vastgesteld op een mate van arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%. Appellant, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), heeft de uitkering per 7 juni 2004 ingetrokken, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid minder dan 15% zou zijn. De rechtbank Middelburg heeft in een eerdere uitspraak van 5 oktober 2005 geoordeeld dat betrokkene maximaal 25 uur per week belastbaar is. Appellant heeft in deze uitspraak berust, maar in het vervolg heeft het Uwv een nieuw besluit genomen waarin het de belastbaarheid van betrokkene opnieuw op 30 uur per week heeft vastgesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep geoordeeld dat het Uwv zich niet kan beroepen op een andere motivering dan die in de eerdere uitspraak van de rechtbank is gegeven. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank in haar eerdere uitspraak uitdrukkelijk en zonder voorbehoud heeft vastgesteld dat betrokkene maximaal 25 uur per week belastbaar is. Dit betekent dat het Uwv bij het nieuwe besluit op bezwaar deze urenbeperking als een rechtens vaststaand gegeven moet aanvaarden.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en bepaald dat het Uwv opnieuw op het bezwaar moet beslissen, met inachtneming van de uitspraak van de Raad. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van betrokkene, die zijn begroot op € 681,60, en is er griffierecht geheven van € 422,-. De uitspraak is gedaan op 13 maart 2009 door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep.