ECLI:NL:CRVB:2009:BH5567
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond wegens termijnoverschrijding griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 februari 2009 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 13 augustus 2008, waarin haar hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De zaak betreft een geschil tussen appellante en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Utrecht van 12 februari 2008. Appellante had verzet aangetekend omdat zij meende dat zij door omstandigheden, waaronder een gedwongen opname in een psychiatrische instelling, niet in staat was om het griffierecht tijdig te voldoen.
De Raad overwoog dat de brief waarin appellante werd gewezen op de betalingsverplichting, al vóór haar opname was verzonden. Tevens was appellante in verschillende correspondenties geïnformeerd over haar verplichtingen met betrekking tot het griffierecht. De Raad concludeerde dat appellante niet had aangetoond dat zij betalingsonmachtig was en dat zij niet in verzuim was geweest.
Daarom werd het verzet ongegrond verklaard. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door A.B.J. van der Ham, in tegenwoordigheid van griffier A. Badermann, en openbaar uitgesproken op 25 februari 2009.