ECLI:NL:CRVB:2009:BH4687

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-5727 WVG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake toekenning van vervoersvoorziening voor elektrisch vervoermiddel

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 31 augustus 2007. Appellante had verzocht om een elektrisch aangedreven vervoermiddel als vervoersvoorziening, maar het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen had in plaats daarvan een scootmobiel aangeboden. Tijdens de procedure heeft appellante, via een faxbericht op 19 januari 2009, nieuwe ontwikkelingen gemeld en is er uiteindelijk een elektrische rolstoel aan haar toegekend, die inmiddels was afgeleverd. Het College bevestigde ter zitting dat aan appellante een elektrische rolstoel was verstrekt.

De Centrale Raad van Beroep heeft het onderzoek gesloten en de uitspraak gedaan dat het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk is verklaard. De Raad overwoog dat uit het verhandelde ter zitting en de gedingstukken blijkt dat aan appellante datgene is verstrekt wat zij met het hoger beroep wenste te bewerkstelligen. Aangezien er geen ander procesbelang is gebleken, is het procesbelang aan het hoger beroep komen te ontvallen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met M.I. ’t Hooft als voorzitter en R.M. van Male en G.M.T. Berkel-Kikkert als leden. J. Waasdorp fungeerde als griffier.

Uitspraak

07/5727 WVG
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak
op het hoger beroep van
[Appellante], wonende te [woonplaats], (hierna: appellante)
tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 31 augustus 2007, 06/2070
in het geding tussen
appellante
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen (hierna: College)
Appellante is - met schriftelijke kennisgeving - niet ter zitting verschenen. Het College heeft zich laten vertegenwoordigen door W.G. Savelbergh, werkzaam bij de gemeente Heerlen.
In het beroepschrift en ter zitting in eerste aanleg is aangegeven dat dit geding ziet op een elektrisch vervoermiddel. In lijn hiermee wordt in het hoger beroepschrift benadrukt dat appellante als vervoersvoorziening om een elektrisch aangedreven vervoermiddel heeft verzocht, terwijl het College zich heeft gefocust op een scootmobiel.
Namens appellante is bij faxbericht van 19 januari 2009 mededeling gedaan van nieuwe ontwikkelingen. Aan appellante is overeenkomstig haar verzoek een elektrische rolstoel toegekend, die inmiddels is afgeleverd. Namens het College is ter zitting bevestigd dat aan appellante - onder meer - een elektrische rolstoel is verstrekt. De Raad heeft het onderzoek gesloten en vervolgens de navolgende uitspraak gedaan. Het hoger beroep van appellante wordt niet-ontvankelijk verklaard. Daartoe is overwogen dat uit het verhandelde ter zitting en de gedingstukken genoegzaam blijkt dat aan appellante datgene is verstrekt wat zij met het hoger beroep wenste te bewerkstelligen. Nu niet is gebleken van enig ander belang, is het procesbelang aan het hoger beroep komen te ontvallen.
Deze uitspraak is gedaan door M.I. ’t Hooft als voorzitter en R.M. van Male en G.M.T. Berkel-Kikkert als leden. Griffier was J. Waasdorp.
(get.) M.I. ’t Hooft.
(get.) J. Waasdorp.
OA