ECLI:NL:CRVB:2009:BH4678

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-4801 WVG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering verhuiskostenvergoeding wegens niet voldoen aan eisen nieuwe woning

In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2009, stond de weigering van een verhuiskostenvergoeding centraal. Appellante, die niet ter zitting verscheen, had een aanvraag ingediend voor een vergoeding van de kosten van verhuizing van haar oude woning naar een nieuwe woning. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat de nieuwe woning niet voldeed aan de eisen die het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam had gesteld in een besluit van 1 september 2005. De rechtbank stelde vast dat er in de regio voldoende woningen beschikbaar waren die wel aan deze eisen voldeden. Appellante had het risico genomen om niet in aanmerking te komen voor de vergoeding door zonder overleg met het College het huurcontract voor de nieuwe woning te ondertekenen, nadat zij het besluit had ontvangen.

In hoger beroep heeft de Raad voor de Rechtspraak de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geen nieuwe aanknopingspunten gevonden in de argumenten van appellante. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en zag geen aanleiding om de proceskosten te veroordelen. De uitspraak werd bevestigd voor zover deze was aangevochten, en de Raad concludeerde dat de weigering van de verhuiskostenvergoeding terecht was. De uitspraak werd vastgelegd in een proces-verbaal, ondertekend door de griffier en de fungerend voorzitter van de Raad.

Uitspraak

P R O C E S – V E R B A A L
van de mondelinge uitspraak ter openbare zitting van 21 januari 2009
CENTRALE RAAD VAN BEROEP
meervoudige kamer
Zitting hebben:
M.I. ’t Hooft als voorzitter en R.M. van Male en G.M.T. Berkel-Kikkert als leden.
Griffier: J. Waasdorp.
6e zaak, reg.nr. 07/4801 WVG
inzake:
[Appellante], wonende te [woonplaats], met kennisgeving niet ter zitting verschenen, (hierna: appellante)
tegen
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam (hierna: College), ter zitting vertegenwoordigd door mr. D. Cevik, werkzaam bij de gemeente Rotterdam.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het besluit van 17 juli 2006 van het College ongegrond verklaard, voor zover dat was gericht tegen de handhaving van de afwijzing van de aanvraag om een vergoeding van de kosten van verhuizing van de woning aan de [adres 1] te [plaatsnaam] (hierna: oude woning) naar de woning aan [adres 2] te [woonplaats] (hierna: nieuwe woning). De rechtbank heeft overwogen dat de nieuwe woning niet voldoet aan de eisen die in het besluit van 1 september 2005 van het College aan een te betrekken woning zijn gesteld, terwijl in de regio voldoende woningen vrijkwamen die wel voldoen aan die eisen. Appellante heeft bewust het risico genomen niet voor een verhuiskostenvergoeding in aanmerking te komen door, nadat zij het besluit van 1 september 2005 had ontvangen, zonder overleg met het College het huurcontract voor de nieuwe woning te tekenen.
De Raad heeft in hetgeen namens appellante - bij wijze van herhaling van het gestelde in eerste aanleg - in hoger beroep is aangevoerd geen aanknopingspunten gevonden om het oordeel van de rechtbank niet te volgen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De Raad beslist daarom als volgt:
Bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten.
Waarvan proces-verbaal.
Utrecht, 21 januari 2009
De griffier, De fungerend voorzitter,
J. Waasdorp M.I. ’t Hooft
Voor eensluidend afschrift
de griffier van
de Centrale Raad van Beroep
OA