ECLI:NL:CRVB:2009:BH3806
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake AOW-waarschuwing
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 januari 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellant, woonachtig in België, had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) dat hem op 23 mei 2005 een waarschuwing had gegeven wegens het niet tijdig melden van een wijziging in zijn woonsituatie. De Svb had het bezwaar van appellant tegen deze waarschuwing ongegrond verklaard in een besluit van 15 augustus 2005. De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarop appellant in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 18 december 2008 is appellant niet verschenen, terwijl de Svb zich liet vertegenwoordigen door mr. G.J. Oudenes. De Raad heeft ambtshalve onderzocht of appellant nog belang had bij een beoordeling van de aangevallen uitspraak. De Raad concludeerde dat de waarschuwing die aan appellant was gegeven, meer dan twee jaar geleden was en dat deze waarschuwing geen nadelige gevolgen meer kon hebben voor appellant. Hierdoor was er geen procesbelang meer voor een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit.
De Raad heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij, in tegenwoordigheid van griffier W. Altenaar, en openbaar uitgesproken op 29 januari 2009.