ECLI:NL:CRVB:2009:BH2588
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake AOW
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2009 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 3 januari 2008. Verzoeker, die in persoon verscheen, had verzocht om herziening van de uitspraak die betrekking had op zijn AOW-aanspraken. De Raad had in de eerdere uitspraak de beslissing van de rechtbank Roermond vernietigd en het beroep tegen het besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) gegrond verklaard, maar het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Verzoeker was van mening dat zijn aanspraken niet naar behoren waren erkend en dat de eerdere uitspraak onvoldoende gemotiveerd was. Hij stelde dat er geen vergoeding was toegekend voor de door hem geleden immateriële schade. De Raad overwoog echter dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, tenzij er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden.
De Raad concludeerde dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden had ingebracht die aanleiding gaven voor herziening. De omstandigheid dat verzoeker vond dat zijn grieven onvoldoende waren gemotiveerd, was geen grond voor herziening. De Raad wees het verzoek om herziening af en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door H.J. de Mooij, in tegenwoordigheid van griffier W. Altenaar.