ECLI:NL:CRVB:2009:BH1589

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-4911 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van WAO-uitkering en beoordeling van Functionele Mogelijkhedenlijst

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 januari 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar arbeidsongeschiktheidsuitkering te beëindigen. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak.

De zaak betreft de beoordeling van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) die door de rechtbank was vastgesteld. De Raad oordeelde dat er onvoldoende grond was voor twijfel aan de FML, die de beperkingen van appellante in kaart bracht. De door de rechtbank benoemde deskundige, een zenuwarts-psychiater, had overtuigend gemotiveerd dat er naast de in de FML aangenomen beperkingen geen medische noodzaak was voor een beperking in de maximale arbeidsduur.

Appellante had in hoger beroep enkel verwezen naar haar eerder aangevoerde beroepsgronden en de Raad concludeerde dat de functies die in het arbeidskundige rapport werden genoemd, geschikt waren voor appellante. De Raad oordeelde dat de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd moest worden en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, I.R.A. van Raaij, en werd openbaar uitgesproken.

Uitspraak

07/4911 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 11 juli 2007, 06/1277
(hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
(hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 30 januari 2009
I. PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft I.T. Martens van SRK Rechtsbijstand hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 december 2008. Namens appellante is mr. Martens verschenen. Het Uwv was niet vertegenwoordigd.
II. OVERWEGINGEN
1. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het besluit van 31 januari 2006, waarbij het besluit van 5 september 2005 tot de beëindiging per 6 november 2005 van de arbeidsongeschiktheidsuitkering van appellante is gehandhaafd, ongegrond verklaard.
2. Appellante heeft in hoger beroep volstaan met de verwijzing naar haar voor de rechtbank aangevoerde beroepsgronden.
3.1. De Raad ziet, met de rechtbank, onvoldoende grond voor twijfel aan de vastgestelde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De door de rechtbank als deskundige benoemde zenuwarts-psychiater W. Eland heeft, tegenover de andersluidende opvatting van de appellante behandelende psychiater, overtuigend gemotiveerd dat naast de in de FML aangenomen beperkingen, medisch preventief geen beperking in de maximale arbeidsduur nodig is. Dat appellante in de praktijk haar eigen werk in aangepaste vorm slechts 32 uren per week volhoudt, doet daaraan niet af, want dat werk behoort niet tot de haar als geschikt voorgehouden functies.
3.2. De in het arbeidskundige rapport van 2 maart 2007 genoemde functies zijn voor appellante geschikt.
3.3. De Raad zal de aangevallen uitspraak bevestigen.
3.4. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door R.C. Stam. De beslissing is, in tegenwoordigheid van I.R.A. van Raaij als griffier, uitgesproken in het openbaar op 30 januari 2009.
(get.) R.C. Stam.
(get.) I.R.A. van Raaij.
KR