ECLI:NL:CRVB:2009:BH1236
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- W.D.M. van Diepenbeek
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en de waarde van onderzoeken door niet-geregistreerde artsen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 januari 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 28 november 2006. De zaak betreft de intrekking van de WAO-uitkering van betrokkene per 9 februari 2006, op basis van de conclusie dat de mate van arbeidsongeschiktheid van betrokkene was afgenomen naar minder dan 15%. De Raad oordeelt dat aan een onderzoek door een niet als verzekeringsarts geregistreerde arts niet dezelfde waarde kan worden toegekend als aan een onderzoek door een geregistreerde verzekeringsarts. Dit oordeel is gebaseerd op eerdere rechtspraak, waarin is vastgesteld dat de kwaliteit van het onderzoek door een niet-geregistreerde arts onvoldoende gewaarborgd is om een besluit over arbeidsongeschiktheid te baseren. De Raad concludeert dat een voldoende basis voor de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid alleen kan worden verkregen door een beoordeling door een geregistreerde verzekeringsarts. In deze zaak is vastgesteld dat de stafverzekeringsarts en de bezwaarverzekeringsarts betrokkene niet hebben gezien en hun oordelen uitsluitend op dossierstudie zijn gebaseerd. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, die had geoordeeld dat de medische advisering niet op deugdelijke wijze heeft plaatsgevonden. Tevens wordt appellant veroordeeld in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 322,-.