ECLI:NL:CRVB:2009:BH1227
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- W.D.M. van Diepenbeek
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsvermogen en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 januari 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om hem een WIA-uitkering toe te kennen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het besluit van het Uwv op een deugdelijke medische grondslag berustte, maar niet op een deugdelijke arbeidskundige grondslag. Appellant stelde dat het Uwv onvoldoende rekening had gehouden met zijn medische beperkingen, specifiek met de diagnose small fiber neuropathy (SFN) en de daaruit voortvloeiende klachten zoals neuropatische pijnen en energieverlies.
Tijdens de zitting op 12 december 2008 was appellant niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door een advocaat. De Raad overwoog dat de argumenten van appellant in hoger beroep grotendeels herhalingen waren van wat eerder in beroep was aangevoerd. De Raad concludeerde dat de rechtbank de medische situatie van appellant voldoende had besproken en gemotiveerd waarom de door appellant gesignaleerde problemen niet tot een urenbeperking leidden. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep geen doel trof.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de aangevallen uitspraak, waarbij het besluit van het Uwv in stand bleef. De Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met G.J.H. Doornewaard als voorzitter en J. Brand en W.D.M. van Diepenbeek als leden, in aanwezigheid van griffier A.C. Palmboom.