ECLI:NL:CRVB:2009:BG9709
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- M.C.M. van Laar
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van arbeidsvermogen en medische beoordeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die een WIA-uitkering heeft aangevraagd, maar deze is geweigerd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Centrale Raad van Beroep heeft op 9 januari 2009 uitspraak gedaan. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.T.F. van Berkel, heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het besluit van het Uwv op een deugdelijke medische grondslag berust. Hij stelt dat zijn slaapstoornis niet voldoende is meegewogen en dat hij door deze stoornis niet in staat is om avondwerk te verrichten. De Raad heeft echter geoordeeld dat er geen medische onderbouwing is voor de stelling dat de slaapstoornis het verrichten van avondwerk onmogelijk maakt. De Raad heeft de argumenten van de appellant als herhalingen van eerdere stellingen beschouwd en heeft geconcludeerd dat de rechtbank de zaak afdoende heeft besproken.
De Raad heeft verder overwogen dat de door appellant gesignaleerde gezondheidsproblemen door de verzekeringsartsen zijn betrokken in hun beoordeling. De Raad heeft geen gronden gevonden om te twijfelen aan de geschiktheid van de functies die aan de schatting ten grondslag liggen. De appellant heeft geen nieuwe medische gegevens overgelegd die zijn standpunt ondersteunen. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd, omdat het hoger beroep van de appellant geen doel heeft getroffen. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om proceskosten te vergoeden, aangezien het hoger beroep niet succesvol was.