ECLI:NL:CRVB:2009:BG9129
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- C.P.J. Goorden
- P.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om deskundigenoordeel door het Uwv als geen besluit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 21 mei 2007, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Appellant had op 28 september 2006 een aanvraag ingediend bij het Uwv voor een deskundigenoordeel, omdat er een geschil was met zijn werkgever over zijn geschiktheid voor het eigen werk. Het Uwv heeft deze aanvraag op 5 oktober 2006 niet in behandeling genomen, met de mededeling dat er geen sprake was van een geschil. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd door het Uwv niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak geoordeeld dat de brief van het Uwv van 5 oktober 2006 niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden aangemerkt. Appellant is het hier niet mee eens en stelt in hoger beroep dat de brief wel als een besluit moet worden gezien, omdat zijn aanvraag buiten behandeling is gesteld. De Raad overweegt dat de aanvraag van appellant niet kan worden aangemerkt als een verzoek om een besluit te nemen, en bevestigt daarmee het oordeel van de rechtbank.
De Raad wijst erop dat alleen tegen besluiten rechtsmiddelen kunnen worden ingesteld, en dat het bezwaar van appellant terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De Raad merkt op dat in de aangevallen uitspraak ten onrechte is vermeld dat hoger beroep moet worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar ziet geen reden om de uitspraak om deze reden te vernietigen, aangezien appellant niet benadeeld is.
De Raad concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en bevestigt de aangevallen uitspraak. Tevens wordt het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat het beroep niet gegrond is verklaard. De redelijke termijn is niet geschonden, aangezien deze is aangevangen op 23 november 2006 en geëindigd op de datum van deze uitspraak.