ECLI:NL:CRVB:2008:BG8775

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
18 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-796 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het recht op halfwezenuitkering bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante, die in Marokko woont, tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de halfwezenuitkering van appellante, die was toegekend voor haar zoon Said Belhadj, met ingang van 30 juni 2007 beëindigd moest worden omdat Said Belhadj op die datum 18 jaar zou worden. Appellante had in 2005 een halfwezenuitkering aangevraagd, die met terugwerkende kracht was toegekend vanaf oktober 2001. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had in maart 2007 meegedeeld dat de uitkering zou eindigen, wat leidde tot het indienen van bezwaar door appellante. Dit bezwaar werd door de Svb ongegrond verklaard, wat resulteerde in de procedure bij de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellante behandeld. Tijdens de zitting op 6 november 2008 was appellante niet aanwezig, maar de Svb werd vertegenwoordigd door mr. P.E.J. van de Nes. De Raad overwoog dat volgens artikel 24, eerste lid, aanhef en onder b, van de Algemene Nabestaandenwet (ANW) het recht op een halfwezenuitkering eindigt op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de halfwees 18 jaar wordt. Aangezien Said Belhadj op 30 juni 2007 18 jaar werd, was de beëindiging van de uitkering volgens de wet gerechtvaardigd.

De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet kon slagen en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door H.J. de Mooij, in aanwezigheid van griffier R.B.E. van Nimwegen, en werd openbaar uitgesproken op 18 december 2008.

Uitspraak

08/796 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellante], wonende te Marokko (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 20 december 2007, 07/1490 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 18 december 2008
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 november 2008. Appellante is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.E.J. van de Nes.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Bij besluit van 17 november 2005 is aan appellante met ingang van oktober 2001 een halfwezenuitkering ingevolge de Algemene Nabestaandenwet (ANW) toegekend voor haar [in] 1989 geboren zoon Said Belhadj.
1.2. Bij besluit van 12 maart 2007 heeft de Svb appellante ervan in kennis gesteld dat de halfwezenuitkering met ingang van 30 juni 2007 wordt beëindigd omdat Said Belhadj [in] 2007 18 jaar wordt.
1.3. Bij besluit van 21 mei 2007 (hierna: het bestreden besluit) heeft de Svb het bezwaar van appellante tegen het besluit van 12 maart 2007 kennelijk ongegrond verklaard.
2.1. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit in de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard.
3.1. De Raad overweegt als volgt.
3.2. Ingevolge artikel 24, eerste lid, aanhef en onder b, van de ANW eindigt het recht op een halfwezenuitkering met ingang van de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de halfwees de leeftijd van 18 jaar bereikt. Op grond van deze dwingend-rechtelijke bepaling eindigde het recht van appellante op een halfwezenuitkering voor Said Belhadj op 30 juni 2007.
3.3. Het hoger beroep kan daarom niet slagen en de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
4. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij. De beslissing is, in tegenwoordigheid van R.B.E. van Nimwegen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 18 december 2008.
(get.) H.J. de Mooij.
(get.) R.B.E. van Nimwegen.
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
confirme la décision attaquée.
Par conséquent, décidée par M. le maître H.J. de Mooij en présence de R.B.E. van Nimwegen en qua-lité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 18 décembre 2008.