ECLI:NL:CRVB:2008:BG8386
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- B.M. van Dun
- G.W.B. van Westen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezagsverhouding en werkloosheidsuitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Assen, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Appellant, die als voorzitter van een stichting werkzaam was, had een uitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW) aangevraagd na zijn ontslag. Het Uwv wees deze aanvraag af, omdat appellant volgens hen geen werknemer was in de zin van de WW. De rechtbank oordeelde dat het aan appellant was om aan te tonen dat er sprake was van een gezagsverhouding, wat hij niet kon doen. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat appellant niet had aangetoond dat hij onder gezag werkte, ondanks zijn rol binnen de stichting. De Raad concludeerde dat de argumenten van appellant in hoger beroep niet tot een ander oordeel leidden. De Raad wees ook het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 4 december 2008.