ECLI:NL:CRVB:2008:BG7393
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en medische grondslagen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die op 7 februari 2007 (zaaknummer 06/2536) het beroep van appellant ongegrond verklaarde. Appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 11 april 2003, waarbij zijn WAO-uitkering per 18 april 2003 was herzien naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 65 tot 80%. De Centrale Raad van Beroep heeft op 5 december 2008 uitspraak gedaan in deze zaak.
Tijdens de zitting op 24 oktober 2008 was appellant vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. A.L. Kuit, terwijl het Uwv niet aanwezig was. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat de gronden die appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, niet slagen. De door appellant overgelegde medische verklaring van orthopedisch chirurg M.J.G.M. Speth, gedateerd 31 januari 2008, werd niet relevant geacht, omdat deze betrekking had op de medische situatie van appellant meer dan vier jaar na de datum in geding.
De bezwaarverzekeringsarts C.E.M. van Geest had in haar rapportage van 18 februari 2008 al aangegeven dat de verklaring van Speth niet van toepassing was op de situatie van appellant per datum in geding. De Raad heeft ook de rapportages van de bezwaarverzekeringsarts en de bezwaararbeidsdeskundige in overweging genomen, die stelden dat de functies waarop de schatting van arbeidsongeschiktheid was gebaseerd, niet in lijn waren met de klachten van appellant. De Raad heeft daarom het hoger beroep van appellant ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak bevestigd.
De uitspraak is gedaan door de voorzitter G. van der Wiel en de leden G.J.H. Doornewaard en J. Brand, in tegenwoordigheid van griffier A.L. de Gier. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend.