ECLI:NL:CRVB:2008:BG7221
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- C.P.J. Goorden
- P.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering en geschiktheid voor arbeid na medische beoordeling
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellante, die zich op 10 juni 2005 ziekmeldde. Appellante ontving eerder een uitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW) en kreeg op 23 maart 2006 te horen dat zij per 3 april 2006 geen recht meer had op ziekengeld. Na een tweede ziekmelding op 18 april 2006, werd haar op 16 mei 2006 meegedeeld dat zij per 18 mei 2006 ook geen recht meer had op ziekengeld. Het Uwv verklaarde het bezwaar tegen beide besluiten ongegrond, en appellante ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de medische beoordelingen door de verzekeringsartsen van het Uwv zorgvuldig waren uitgevoerd. Appellante was onderzocht door verschillende artsen, waaronder T. Pols en R.S. Biemond-Phaff, die concludeerden dat zij geschikt was voor de functie van productiemedewerker textiel op de relevante data. De Raad vond dat er geen aanleiding was om de eerdere uitspraken van de rechtbank te betwisten, aangezien de medische rapportages een volledig beeld gaven van appellantes gezondheidstoestand en de daaruit voortvloeiende beperkingen.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard. De Raad oordeelde dat appellante, ondanks haar klachten en operaties, geschikt was voor de eerder genoemde functie en dat de belasting van deze functie haar belastbaarheid niet overschreed. De uitspraak werd gedaan op 10 december 2008.