ECLI:NL:CRVB:2008:BG7148
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Dwangsom opgelegd aan korpsbeheerder wegens niet tijdig nemen van besluit na vernietiging door rechtbank
In deze zaak heeft appellante, wonende te [woonplaats], beroep ingesteld tegen het uitblijven van een nieuwe beslissing op bezwaar door de korpsbeheerder van de politieregio Rotterdam-Rijnmond. Dit beroep volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam op 7 juli 2008, waarin de rechtbank het besluit van de korpsbeheerder van 14 mei 2007 had vernietigd en de korpsbeheerder had opgedragen om binnen vier weken een nieuwe beslissing te nemen. De korpsbeheerder heeft echter nagelaten om tijdig een nieuw besluit te nemen, wat aanleiding gaf tot het indienen van het beroep door appellante op 22 september 2008.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad oordeelde dat de korpsbeheerder, na de uitspraak van de rechtbank, verplicht was om binnen vier weken een nieuwe beslissing te nemen. Aangezien deze termijn was verstreken op het moment dat appellante haar beroep indiende, achtte de Raad het beroep gegrond.
De Raad heeft de korpsbeheerder opgedragen om binnen vier weken na verzending van de uitspraak een nieuwe beslissing te nemen, met de bepaling dat bij gebreke hiervan een dwangsom van € 150,- per dag verbeurd zou worden. Daarnaast is de korpsbeheerder veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 80,50. De uitspraak is gedaan door J.C.F. Talman, in tegenwoordigheid van griffier E.W.F. Menkveld-Botenga, op 17 november 2008.