ECLI:NL:CRVB:2008:BG7122
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WAO-uitkering en procesbelang
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin het beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Appellante ontving een WAO-uitkering, maar deze werd door het Uwv ingetrokken. Het bestreden besluit van het Uwv, dat de uitkering per 13 februari 2006 ongewijzigd voortzette, werd door de rechtbank bevestigd. Appellante stelde dat haar maatmanomvang op 31,25 uur per week moest worden vastgesteld, terwijl het Uwv deze op 10 uur per week had gesteld, gebaseerd op een advies van psychiater G.T. Gerssen.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 31 oktober 2008, werd appellante bijgestaan door haar advocaat, mr. A.E.L.T. Balkema. Het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. F. van Dam. De Centrale Raad van Beroep heeft ambtshalve de vraag opgeworpen of appellante procesbelang had bij het verkrijgen van een uitspraak. De Raad concludeerde dat, nu het Uwv volledig tegemoet was gekomen aan de wens van appellante om haar WAO-uitkering voort te zetten, de grief van appellante niet als een rechtens relevant belang kon worden aangemerkt. De Raad oordeelde dat de toekomstige onzekere gebeurtenis van een herkeuring onvoldoende actueel belang vormde om het beroep ontvankelijk te achten.
Uiteindelijk heeft de Raad de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 1.288,= bedroegen, en werd bepaald dat het Uwv het door appellante betaalde griffierecht van € 144,= moest vergoeden.